102 basketbalspelers, opgedeeld in 26 teams van 4 spelers
Vrijworptest waarbij alle teamleden beurtelings 2 vrijworpen namen tot elke speler 10 vrijworpen had genomen. Deze test werd 2 keer herhaald, zodat we het basisniveau van het team konden opmeten.
1. We zorgden ervoor dat de spelers onze toegevoegde ‘kapitein’ als echte leider zagen.
2. Manipulatie gedrag van de kapitein
Tijdens de 1ste vrijworptest gedroeg onze kapitein zich normaal. Tijdens de 2de vrijworptest vroegen we onze kapitein echter om in de helft van de teams zich zeer positief te gedragen (teamvertrouwen uitstralen, spelers aanmoedigen, positieve lichaamstaal), en in de andere helft van de teams zeer negatief (hoofd laten hangen, gefrustreerd reageren wanneer teamgenoot mist).
Binnen deze studie wilden we nagaan of het gedrag van de leider (zij het positief of negatief) invloed had op het teamvertrouwen en de prestatie van de andere spelers. Belangrijk hierbij op te merken: de prestatie van onze kapitein bleef steeds gelijk (hij scoorde de helft van zijn shots), enkel zijn gedrag (positief of negatief) veranderde.
In onderstaande grafiek zien we duidelijk dat wanneer de leider positief is, ook de andere personen binnen het team significant meer vertrouwen hebben in de capaciteiten van hun team.
Omgekeerd zien we ook dat wanneer de leider een gebrek aan teamvertrouwen uitstraalt, dit zich meteen verspreid doorheen de groep. Ook de andere teamleden laten hun schouders zakken en geloven niet meer in de mogelijkheden van hun team.
In onderstaande grafiek zien we dat het gedrag van de leider niet enkel een invloed heeft op het vertrouwen van zijn teamgenoten, maar ook op hun prestatie: in deze test het aantal vrijworpen dat ze scoren. We zien dat hoe meer positief gedrag de leider stelt, hoe meer de teamgenoten hun vrijworpen scoren. Anderzijds, heeft het negatieve gedrag van een leider een negatieve invloed op de prestatie van zijn teamgenoten, die minder vrijworpen in de ring gooien.